Vóór de aardbeving in Haïti telde dat land veel wezen, door verschillende bronnen geschat op tussen de 50.000 en 380.000. Sinds de tragedie in januari is het aantal toegenomen, maar niemand weet nog met hoeveel duizenden. De CBC schat dat er momenteel meer dan 400.000 wezen zijn in Haïti. De toestand van het kinderwelzijn was al hachelijk vóór de aardbeving, met een sterftecijfer van 10% bij kinderen jonger dan 4 jaar en naar schatting 7% in slavernij. Nu is het nog erger. De behoefte aan permanente families voor kinderen die geen opties meer hebben in Haïti is groot.
Adoptiebureaus over de hele wereld zijn overspoeld met verzoeken om de weeskinderen van Haïti te adopteren. Het gaat om gezinnen die nog nooit aan adoptie hebben gedacht, gezinnen die adoptie al een tijdje overwegen, en velen die al een thuisstudie hebben afgerond en op een kind wachten.
Op het moment van de aardbeving waren er 3 groepen weeskinderen:
1. 1. Weeskinderen die in weeshuizen leven en die op het punt stonden geadopteerd te worden door een familie in Canada, de VS, Nederland, Frankrijk of andere landen. Het papierwerk voor deze adopties was zo ver gevorderd dat de regeringen van het ontvangende en het zendende land ervan overtuigd waren dat de adoptie was goedgekeurd of zou worden goedgekeurd. Deze kinderen hebben Haïti kunnen verlaten voor hun adoptiegezinnen in het buitenland, en dan nog alleen door een persoonlijke handtekening van de president van Haïti op elk dossier. Regeringen van overzeese landen, adoptiebureaus uit de VS of het Amerikaanse leger hebben de kinderen naar hun nieuwe families en nieuwe landen gevlogen;